Het is niet per definitie onrechtmatig als camera’s op onbemande vliegtuigjes worden ingezet voor gezichtsherkenning. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan zijn eventuele inbreuken op de privacy rechtmatig. Dat schrijft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) vanavond aan de Tweede Kamer. De inzet van drones is omstreden, vooral vanwege privacy-aspecten. Met name het gebruik van drones voor gezichtsherkenning ligt gevoelig. De camera’s waarmee de huidige drones van defensie zijn uitgerust leveren geen beelden op waarop mensen herkenbaar zijn. In de toekomst worden de drones, waar de politie en justitie ook gebruik van maken, echter mogelijk uitgerust met camera’s die wel geschikt zijn voor gezichtsherkenning. “Eventuele inbreuken op de privacy die daarbij kunnen ontstaan zijn op zichzelf ook geen reden om dit bij voorbaat uit te sluiten”, zei Opstelten daar eerder dit jaar over. Nu zegt de bewindsman dat eventuele inbreuken op de privacy rechtmatig zijn “indien wordt voldaan aan de voorwaarden die aan dat overheidsoptreden zijn verbonden”.

Opstelten: Onbemande vluchten zeer nuttig

De minister schreef de Kamerbrief in een reactie op een artikel in het AD in oktober. Daarin stond dat de inzet van drones door de politie nauwelijks tot aanhoudingen leidt en dat de vliegtuigjes als opsporingsmiddel uit de gratie zijn geraakt bij zowel politie als justitie. Opstelten schrijft in een reactie dat onbemande vluchten “zeer nuttig” kunnen zijn om informatie te krijgen die gebruikt kan worden bij beslissingen over invallen of aanhoudingen. In “enkele henneponderzoeken” heeft de inzet van drones volgens Opstelten geleid tot de vervolging van verdachten.

0 Reacties

    Plaats een reactie